Stop de Nationale Uitverkoop
- Als geldbanken de regering bepalen, gaat regeren over geldhandel.
- “Fascisme” is de term als bedrijven de regering bepalen.
Laten we het omdraaien. Hoe groot moet een bedrijf zijn op het moment dat het wordt gecollectiviseerd, niet meer genationaliseerd, geprivatiseerd, of gemonopolariseerd.
Nationaliseren is het toeëigenen van een bedrijf door een regering. Dat is een vorm van diefstal, tenzij de regering inderdaad vertegenwoordiging is van de hele bevolking; dat is nooit/zelden het geval. Waarom zou een regering zeggenschap willen krijgen over een bedrijf, tenzij moet worden gegarandeerd dat de hele bevolking baat heeft bij de diensten van die onderneming? Als de regering wèl de hele bevolking vertegenwoordigt, dan is volstaat het om een onderneming een bedrijf van algemeen nut te verklaren; en vrij te stellen van belasting.
Privatiseren is het onttrekken van een algemeen nutsbedrijf aan algemene diensten. In plaats daarvan wordt het bedrijf omgezet in een onderneming met winstoogmerk. In een aantal gevallen wordt die zelfs omgezet in een aandeelhouder-corporatie. In sommige landen is dat een slecht teken; de regering is daar zelf zo’n corporatie.
Monopoliseren is het ‘claimen’ van exclusiviteit, ten koste van alle andere mensen. Zulke ‘claims’ vergen altijd medeplichtigheid van/door de regering. Dat betekent dat regeringen en bedrijven samenspannen tegen ‘de bevolking’. Daat betekent dat de regering niet de bevolking vertegenwoordigt; maar uitbuit.
‘Autonomiseren’; kunnen we gebruiken als woord voor instellen van Autonomie. Autarchie is de bestuursvorm waarin zelfbestuur door/voor iedereen centraal staat. Vanuit de visie van de LotusBank is zelfbeschikking de enige logische bestuursvorm. Dat wordt verder uitgewerkt in RegenboogPartij
In Nationaliseren krijgt de regering het voor het zeggen. In Privatiseren krijgt een ander het voor het zeggen. In Monopoliseren heeft niemand anders wat voor het zeggen. In Autonomiseren hebben alle betrokkenen het voor het zeggen.
Privatiseren is dat iemand anders het voor het zeggen krijgt. Het woord komt uit Latijn, van het woord Privare: ontroven. In Nederland gebeurt dat momenteel grootschalig. Belangrijke bedrijven zijn aan het buitenland verkocht.
Door bedrijven te privatiseren/verkopen krijgen anderen daar zeggenschap over. Dus de zeggenschap ligt dus niet meer hier; anderen nemen de bepalende besluiten. De mensen die het bedrijf vormen of gebruiken zijn zo afhankelijken geworden. De enige manier om dat te voorkomen is om zelf samen ‘eigenaars’ te worden.
Het woord monopolie is dat je exclusief recht hebt op iets waardoor een ander géén recht meer heeft op datgene wat gemonopoliseerd wordt.
Ook voor die politieke systemen dat heet dan de Regenboogpartij. Het is wel een zorg dat je daar je eigen zaken verzorgd, want op het moment hebben we te maken met piraten. Die gaan altijd met de buit vandoor. Jij hebt een tuintje en dan komt er zo een Viking en zegt, ‘mooi dat je dit allemaal gezaaid hebt en fijn dat je het allemaal geoogst hebt, wij laden het in en bye, bye. Volgend jaar weer of we gaan naar de buren. Die onzekerheid maakt dat mensen niet weten hoe ze ermee moeten omgaan. En overigens dat is ook waarom staten zijn opgezet. Dat je als gemeenschap kan zorgen dat je die mensen zegt, je komt het niet halen als jullie met ons willen zakendoen is prima, maar je stopt hier aan de haven en dat is waar wij gaan onderhandelen. Dat is een van de basisonderdelen van het soeverein zijn, dat iedereen weer leert te onderhandelen. Dit is waar ik mijn grenzen stel maar ik groei nu op. In feite gaat het hele verhaal over dat je de puberteit doorkomt. Dat je niet meer een baby bent waar alles voor je gedaan wordt of je bent een kind en mag stemmen maar tegelijkertijd zijn er voetbal dingen en niemand weet wat er gebeurt of dat je als puber zegt van ‘ja ik ga meedoen aan de politiek’, maar dan kom je er pas later achter dat je eigenlijk in een heel ander soort schip stapt. Nee, het is dat je volwassen bent in je eigen bestaan ‘dit is wat ik wil aanzetten, voor mijn eigen staat, voor mijn eigen bank, mijn eigen leven en ik laat het niet meer ontroven’. Ik stel mijn eigen grenzen en dat is wat je als het goed is leert in de puberteit.
Als je als mensheid de puberteit wil doorkomen en daarmee het niet meer laten ontroven.
|